You are here
Pootgoed
Testen
De wetenschap biedt een belangrijk steunpunt bij de verificatie van de kwaliteit van het pootgoed. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij onderwerpt de stalen aan de Elisa-test.
Een representatief knolmonster wordt voor het rooien op het perceel genomen of later in de schuur. De knollen worden in een serre uitgeplant teneinde plantjes te bekomen. Het sap van de blaadjes wordt in contact gebracht met verschillende serums. Eventuele verkleuring duidt op de aanwezigheid van virusinfecties. De te onderzoeken virussen hangen af van de tijdens de veldkeuring toegekende klasse.
De resultaten van de Elisa-testen moeten de voorlopige rangschikking van het geoogste pootgoed (toegekend bij de laatste veldkeuring) bevestigen. Is dit niet het geval dan wordt de betreffende partij gedeclasseerd of geweigerd voor pootgoed.
Vlak na het inschuren worden er van elke partij monsters genomen ter controle op bruinrot en ringrot. Zo wordt de garantie bekomen dat al het pootgoed vrij is van deze gevaarlijke quarantaineziekten.
Stockage
De producent of bereider die de oogst opslaat, moet een stockeringsplan opmaken. De partijen pootgoed krijgen een duidelijke identificatie gedurende het ganse bewaringsproces. Deze identificatie beoogt én garandeert een volledige traceerbaarheid van iedere gestockeerde partij.
Sortering
Tijdens het sorteren en kalibreren houdt het Agentschap Landbouw en Zeevisserij streng toezicht op de toepassing van de geldende fytosanitaire en kwaliteitsvoorschriften. Alleen knollen die aan de normen beantwoorden, krijgen de definitieve klassering.